De afgelopen periode hebben we als Parasolgroep IJsselmonde weer een goede ontwikkeling doorgemaakt. Vanuit een paar eenvoudige opvattingen hebben we ons vizier weer eens scherp gesteld.
Wij stellen de mens (dus niet de klant, of burger of welke andere rol ook, gewoon de mens) centraal. Logisch toch? Maar dat doen we door de zorg (in brede zin) naar de mens te brengen in plaats van de mens naar de zorg te brengen. Daarnaast hebben we afgesproken om het systeem (van de maatschappij, de organisatie, vul maar in) ten dienste van de mens te stellen in plaats van de mens in het systeem te persen.
Dat zijn eenvoudige afspraken met verstrekkende implicaties. Dat merken we wekelijks in ons Vlechtwerk overleg waar de problemen van mensen centraal staan en waar we oplossingen proberen te vinden binnen deze gemaakte afspraken. Je loopt dan tegen heel veel bureaucratie aan. Binnen organisaties, tussen organisaties en tussen leveranciers en financiers. Wat wij nu doen is aan de hand van de casuïstiek van echte mensen deze bureaucratie in beeld te brengen en er oplossingen voor te vinden. “Nee bestaat niet” is daarbij ons motto, geleend van de Munchhausen beweging. Dat beoogt dus transitie van binnen uit. Waar we vooralsnog vaak tegenaan lopen is de financiering van geleverde diensten. Daar is de bedrijfsvoering van veel organisaties logischerwijs op gebaseerd maar daarbij staat de mens in zijn rol als klant niet altijd op de voorgrond.
Een eenvoudig voorbeeld illustreert dit. De wijkverpleegkundige komt bij veel mensen in huis en ziet van alles, bijvoorbeeld problemen met de administratie. Heeft door de werkdruk (planning is realisatie!) lang niet altijd tijd iets te doen met wat ze ziet. Problemen kunnen daardoor verergeren en oplossingen worden dan vanzelf kostbaar, naast het leed. Daarnaast organiseert de gemeente kostbare huisbezoeken waarbij door goedwillende vrijwilligers lang niet zoveel gezien wordt als door een ervaren professional als de wijkverpleegkundige. Met als gevolg dat die huisbezoeken niet opleveren wat zou kunnen. Dat kan en moet anders. Met dit soort praktische ervaringen gaan we aan de slag.
Wordt vervolgd.